Typography
Foto: Fons Langemeijer

Stefan de Krijger bijna dag en nacht op het veld

023 Haarlem Sport - Duizenden vrijwilligers houden zich dagelijks bezig met de begeleiding van jeugd in de diverse sportverenigingen. Wij gingen kijken bij de oudste voetbalvereniging in Nederland, de Koninklijke HFC, met ruim achttienhonderd leden een van de grootste verenigingen en troffen er de  jarige Stefan de Krijger uit Bennebroek. Hij is trainer van diverse jeugdteams, teammanager van de zondag A-junioren en op zaterdag grensrechter bij de B1. Een van de velen die ons respect verdient. Een portret.

Foto: Fons Langemeijer

Stefan de Krijger bijna dag en nacht op het veld

023 Haarlem Sport - Duizenden vrijwilligers houden zich dagelijks bezig met de begeleiding van jeugd in de diverse sportverenigingen. Wij gingen kijken bij de oudste voetbalvereniging in Nederland, de Koninklijke HFC, met ruim achttienhonderd leden een van de grootste verenigingen en troffen er de  jarige Stefan de Krijger uit Bennebroek. Hij is trainer van diverse jeugdteams, teammanager van de zondag A-junioren en op zaterdag grensrechter bij de B1. Een van de velen die ons respect verdient. Een portret.

Deze communicatiespecialist (Hoogovens en Overheid) speelde zelf ook redelijk hoog voetbal. Hij begon bij VEW in Heemstede, ging vandaar naar HFC Haarlem, omdat zijn vader bestuurslid was bij Stormvogels en hij een brommer kreeg, als zestienjarige naar Stormvogels en twee jaar later naar de Koninklijke HFC omdat de meeste schoolvrienden van het Coornhert daar speelden. Hij vertegenwoordigde als linkspoot het eerste, tweede en derde en speelde in de zaterdagteams. In de 80-er jaren was hij sectieleider van de F-afdeling en lid van het jeugdbestuur. Toen zijn zoon Stijn 6 werd en ging voetballen pakte Stefan de Krijger zijn vrijwilligerswerk weer op en dat doet hij tot de dag van vandaag.                          

"Ik vind dat als je lid bent van een vereniging je rechten maar zeker ook plichten hebt. Vooral als je selectiespeler bent of een van je kinderen potentieel eerste elftal materiaal is". De krijger, die in 1990 zijn trainersdiploma haalde, was merendeels coach maar pakte een jaar geleden het trainersvak weer op.

"Ik train nu A-, B-, D-, E- en F-spelers, ben dus van alle markten thuis en sta dagelijks op het veld, heerlijk in de buitenlucht. Ik wordt gedreven door de  passie van het spelletje en wil al het plezier dat ik er zelf als speler aan heb beleefd, proberen over te brengen op de kinderen. Ze moeten wel beter willen worden en dat resultaat het belangrijkste blijft. Natuurlijk, ze moeten er plezier aan beleven, maar bij de huidige jeugd is de intrinsieke motivatie hoog", aldus Stefan.

 Ze staan s’ ochtends vroeg om zes uur naast je bed omdat ze al naar het veld willen. Daarom sta ik iedere week een kleine vijftien uur op het veld. Mijn achterliggend doel is zo veel mogelijk jeugd te laten doorstromen naar het eerste elftal. Wat opvalt is dat de gemiddelde HFC speler van nu veel beter is dan die van tien jaar geleden. En dan doet het me veel plezier dat de wens om 75% van je selectie uit eigen jeugd te halen, begint te lukken", vervolgt hij enthousiast.

Tweede divisie

De Koninklijke HFC is de laatste tijd veel in het nieuws in verband met de plannen van de voetbalbond een tweede divisie in het leven te roepen. Maar de ploegen die naar die divisie promoveren worden wel tot extra verplichtingen gedwongen zoals bijvoorbeeld het in dienst nemen van contractspelers.

“Een slecht idee”, aldus de Krijger, “het zal een te zware belasting worden voor amateurverenigingen en is dus niet zo'n zinnig plan. Je kunt veel beter regionale klassen maken. Bijvoorbeeld een topklasse met regionale zaterdag- en zondagteams. Je krijgt veel meer publiek en er zijn veel minder reiskosten.

Zo'n kompetitie wordt namelijk veel interessanter. Spelen tegen Lisse , VVSB, Noordwijk en Katwijk met veel publiek is toch veel leuker dan de halve dag in een bus zitten voor een wedstrijd tegen Cuyk of HSC’21 uit Haaksbergen met een paar honderd man publiek. Ook voor de jeugd wordt het zichtbaarder; ze kunnen immers naar het eerste elftal en de band wordt versterkt. Wat je dan ook zult zien is dat het wederkerig werkt;  de eerste elftal-spelers gaan zich ook meer met de eigen jeugd  bemoeien en staan op het trainingsveld met de kinderen. Dat gebeurt nu veel te weinig.  Een-op-een spelen met Reggie Schaap, Carlos Opoku en Mike van den Ban is toch veel leuker  voor de jeugd en ze leren er veel meer van. Dan kun je als club echt opleiden en wordt de band tussen selectie en jeugd veel groter. Daar gaat het toch om?”

Henny Rückert