Typography

Column Wendy - Zon, wat zijn we blij met je. Zo lang weggeweest, en meteen alweer zo vertrouwd. Zittend in de ochtendzon op mijn vaste plekje in de tuin. Ik hoor de vogels wakker worden en blij zijn, samen met mij. Uit de wind voel ik hoe sterk je al bent. Deze ochtend heb ik niet veel meer nodig, ik heb mijn koffie immers in mijn handen, om gewoon even heel gelukkig te zijn. Dat gelukkig zijn dat ben ik wel vaker, wanneer niet eigenlijk. Maar een kort moment onbeschaamd hierbij stilstaan.

Column Wendy - Zon, wat zijn we blij met je. Zo lang weggeweest, en meteen alweer zo vertrouwd. Zittend in de ochtendzon op mijn vaste plekje in de tuin. Ik hoor de vogels wakker worden en blij zijn, samen met mij. Uit de wind voel ik hoe sterk je al bent. Deze ochtend heb ik niet veel meer nodig, ik heb mijn koffie immers in mijn handen, om gewoon even heel gelukkig te zijn. Dat gelukkig zijn dat ben ik wel vaker, wanneer niet eigenlijk. Maar een kort moment onbeschaamd hierbij stilstaan.

Dat zou ik elke dag moeten doen. Willen doen. U kent het wel, in de haast van alledag, de chaos van werk, man, vrouw, kind of dier, vrienden en familie, afspraken en ‘to do’ lijstjes die door je hoofd schieten, terwijl je stofzuigt, wast, de boodschappen doet of andere dagelijkse beslommeringen. In die haast dus is het stilstaan bij geluk en het mindfullness ervaren in het ‘ hier en nu’ vaak echt teveel gevraagd.

Maar goed. De zon dus, die helpt je hierbij. Mij in ieder geval. En dus zit ik hier op mijn bankje. Net als de dag daarvoor en de dag dààrvoor. Niet alleen mijn eigen bankje kwam voorbij. Er was het duinbankje, ergens aan een vogelmeertje uitkijkend op een broedende meerkoet, vol in de zon. Het speeltuinbankje verstopt in een paradijsje van een speeltuin, tussen kunstzinnig uitgesneden houten kabouters. Alleen de echte kenner weet nu waar ik het over heb. Maar ook dat bankje dus, vol in de zon. Dochterlief had haar sandalen aan en ik vond het goed, Het bankje in die andere speeltuin, gewoon om de hoek. Waar we maandenlang voorbij gelopen of gefietst zijn. In regen, kou en wind. Maar nu niet, nu zat ik ook daar vol in de zon. Mijn eigen voortuinbankje. Vanwaar ik de buurt weer tot leven zie komen. Gesnoeid wordt er, geplant en geschoffeld, hangpotten met perkplantjes zwieren weer vrolijk aan haken bij de deur. Ik sla het gaande met een grote glimlach. Zie hoe zij rennend met stoepkrijt op me af komt om te vertellen dat voor elke voordeur een hartje is gekrijt door haar, zodat alle mensen een beetje liefde voelen.

Ondertussen zie ik mijn andere kleine kroost geconcentreerd aan het werk op de stoep, waar ik volgens mij een hoofd aangevuld met ogen en mond zie ontstaan. Ik bedenk me het grote verschil met een jaar geleden, toen ze het krijt aanzag voor vrolijk gekleurd reuzensnoep. Ik moet hardop lachen en voel me trots en sentimenteel tegelijk. Het ouderschap, de eeuwige mengeling van ze groot kijken en ze stiekem soms weer klein willen laten zijn. Geen tijd meer voor sentimenteel gedoe, vriendin S. waait spontaan even aan met mannelijk kroost. Thee erbij en bankje nog even verschuiven voor die laatste heerlijke zonnestralen. Als ik ’s avonds in de spiegel kijk zie ik ze zitten. Sproetjes. Hallo voorjaar, ik ben zo blij met je.