Foto door Robert van Koolbergen
023 Haarlem Politiek - Volgens inleider Henk Uildriks had HFC deze keer een echte excellentie als gast. Meester G.A. “Ard” van der Steur is als jurist niet alleen Minister van Veiligheid en Justitie, hij is tevens een liefhebber van edele geneugten zoals een culinaire maaltijd, een goed glas wijn, een geurige sigaar en de jacht op klein wild. “Al deze eigenschappen rechtvaardigen het predicaat excellentie”, aldus Uildriks.
Van der Steur is Haarlemmer van geboorte. Hij deed zijn eindexamen aan het Sancta Maria en studeerde vervolgens rechten in Leiden. Het feit dat hij zeven jaar deed over een – volgens Uildriks – niet al te moeilijke studie, zal gelegen hebben aan voornoemde edele geneugten, wat dan wel weer in zijn voordeel pleitte. Na een aanvankelijke carrière als advocaat richtte hij zich steeds meer op de politiek en was aldus een aantal keren lijstrekker voor de VVD op gemeentelijk niveau. Via de Tweede Kamer belandde hij ten slotte als minister op de post Veiligheid en Justitie.
Van der Steur vertelde aan de rand van HFC geboren te zijn, want hij zag het levenslicht in de toenmalige kraamkliniek Uyt den Bosch op de hoek van de Spanjaardslaan en de Wagenweg. Zo fietste hij later vrijwel dagelijks langs HFC op weg naar of van school. Zijn bezoeken aan HFC zelf beperkten zich tot een aantal nieuwjaarswedstrijden die toen nog gewoon op 1 januari plaatsvonden.
Het pad van een minister gaat niet over rozen, zoveel is wel duidelijk. De enige taak die een minister heeft is besluiten nemen, maar zoiets vereist wel een grondige voorbereiding. Het leven bestaat dan ook uit eindeloze vergaderingen, bijeenkomsten en debatten en het doornemen en bestuderen van honderden kilo’s rapporten, verslagen en adviezen. Een normale werkdag beslaat op deze manier zo maar tien tot zestien uur. Zo slaagde de Tweede Kamer er eens in 588 vragen te stellen die binnen een week beantwoord moesten worden. Het werken in een coalitie is niet eenvoudig. Zo vraagt hij zich meer dan eens wanhopig af “Hoe kun je er toch anders over denken dan ik?”
Van der Steur roemde wel zijn ambtenarenkorps. Want van die zijde moet de informatie komen waarop een minister zijn besluiten kan nemen. Toegewijde en betrouwbare ambtenaren zijn van eminent – om niet te zeggen excellent – belang voor het goed functioneren van een minister.
Bij dit werk past een prudente levenswijze. Hoezeer hem de edele geneugten des levens hem ook na aan het hart liggen, het nuttigen van alcohol is zo goed als uit den boze, want een minister die ‘Veiligheid’ in zijn portefeuille heeft moet op elk moment van de dag en nacht scherp zijn. Criminaliteit en terrorisme kennen geen weekendverlof of baaldagen. “Ja, dit zijn andere tijden dan toen ik zeven jaar over mijn studie deed,” aldus Van der Steur.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft niet alleen organisaties in zijn portefeuille als het gevangeniswezen, de politie en de NIVD inclusief de post terrorismebestrijding, hij is ook nog Grootzegelbewaarder en Minister van Eredienst. Het eerste houdt in dat hij de hoeder is van het lakzegel dat als teken van echtheid aangebracht wordt onder de belangrijkste oorkondes of documenten van de koning, de koningin of de staat. De mal van het zegel bevindt zich in een kluis. In het tweede geval vormt hij de verbinding tussen de regering en de verschillende religieuze stromingen in Nederland, waartoe hij geregeld organisaties en instellingen bezoekt van bijvoorbeeld Hindoes, Moslims, Katholieken, Protestanten, Pinkstergemeente enz. enz.
Op een vraag uit het publiek hoe het thuisfront reageert op de consequenties van zijn ambt antwoordde Van der Steur: “Thuis ben ik geen minister. De besluiten zijn dan al genomen en de debatten zijn heel kort, kan ik u zeggen.”
Bert Vermeer