Typography

Arbitragepraktijkervaring 1: Manage je team - 023 Haarlem Sport - Het was oktober een paar jaar geleden. Ik was net een jaar actief als clubscheidsrechter en dacht dat ik wel aardig in staat was om een wedstrijd in de hand te houden.

Tot die zaterdag, nota bene een wedstrijd van het breedtesportteam van mijn eigen zoon. Ik denk dat elke scheids wel eens een wedstrijd heeft meegemaakt waarbij hij al na een paar minuten merkt dat het een lastig potje wordt. In mijn geval werd het van een lastig potje al snel een vervelend potje dat eindigde met een gestaakte wedstrijd.

Hoe kan het dat ik een wedstrijd zo uit de hand heb laten lopen? Tja, achteraf is het makkelijk om ‘de koe in de kont te kieken’ zoals ik ooit van een tukker leerde. Kort samengevat: ik vergat mijn eigen team te managen, het arbitrale trio.

We nemen altijd maar aan dat - zeker bij jeugdteams - er een goedwillende vader de vlag oppakt als grensrechter. En voor de wedstrijd spreken we met de grensrechters even door waar ze staan, welke signalen ze geven en wanneer ze waarvoor vlaggen. De ene doet dat vervolgens wat fanatieker dan de ander, en soms interpreteert de een de regels ook wat anders dan de ander. Niks aan de hand dus.

Of toch juist wèl! Wat nou als er wèl wat aan de hand is? Als de grensrechter blijkt zich als een gepassioneerd supporter van zijn eigen team op te stellen, die vlagt voor vermeend hands aan de andere kant van het veld, iets waar de scheidsrechter met zijn neus boven op staat. Of die vlagt voor - opvallend genoeg - alleen aanvallende overtredingen. En wat nou als die grensrechter daarbij steeds luidkeels zijn ongenoegen uit? Zoals die ouders in deze

?  Als u dit leest weet u het antwoord al… of toch niet.

Nou mij was het in ieder geval ontgaan. Wat me ook was ontgaan was wat het gedrag van deze man deed met de spelers van zijn team. Geleidelijk aan kwam er steeds meer discussie en gemekker en werden de overtredingen harder. Maar ik hield de wedstrijd strak in de hand… of toch niet. Het wedstrijdverloop werd hoe langer hoe rommeliger. Totdat in de 2e helft een doorgebroken speler van HFC net buiten het doelgebied werd gevloerd. Geen twijfel mogelijk. Rode kaart en vrije trap. Toen barstte de bom. De grensrechter kwam agressief het veld in gerend en begon mij duidelijk te maken hoe partijdig ik was, hoe ik het ‘de jongens’ onmogelijk maakte om een wedstrijd te spelen, hoe ik hem al de hele wedstrijd had genegeerd…

En toen gingen mij de ogen open. Het ging helemaal niet over de jongens, het ging over hem, de grènsrechter. Ik had hem niet erkend, niet gehoord en niet tot de orde geroepen.

Het was een jeugdscheidsrechter die mij een week later liet zien hoe je dat soort zaken aanpakt. Nadat een grensrechter zich wat te nadrukkelijk had bezig gehouden met de leiding, liep de 14-jarige scheidsrechter naar de coach van de tegenpartij en vroeg hem beleefd of hij de grensrechter wilde vervangen, want die was aan het roepen en daar had hij last van. Zelden twee volwassen mannen gezien die zo timide gehoor gaven aan het verzoek van deze held.

En hoe liep het bij mij af? De tegenstander was ervan overtuigd geraakt dat ik er op uit was om hen te bestelen en weigerde verder te spelen. Duwen en trekken op het veld, scheldende ouders, brieven voor de bond, een routinezaak: het stakende team verloor reglementair de wedstrijd. Wat was mijn les? Hoe goed je in het veld ook bezig bent, voetbal is en blijft een sport van emotie. En als emotie de overhand krijgt in het arbitrale trio, dan moet je daar als arbiter iets aan doen, zoals bv het wisselen van de grensrechter.
Maar zoals Cruijf ons leerde: Je gaat het pas zien als je het doorhebt.

 

Gijs Key