Typography

In deze rubriek gaat redacteur Johanna Nolet in gesprek met markante mensen uit Haarlem en omgeving. Het zijn die mensen die u om een bepaalde reden opvallen en uw nieuwsgierigheid wekken. Doorgaans hebben we geen aanwijsbare reden om hen aan te spreken. Nu wel!

Deze maand gaan we in gesprek met: Mohamed Rugamana (52)
U kunt hem kennen van: de Hema en Albert Heijn op de Kruisstraat waar hij buiten het Straatjournaal verkoopt.
Hij valt op door: zijn grijze dreadlocks, hulpvaardigheid en eeuwige glimlach.

In deze rubriek gaat redacteur Johanna Nolet in gesprek met markante mensen uit Haarlem en omgeving. Het zijn die mensen die u om een bepaalde reden opvallen en uw nieuwsgierigheid wekken. Doorgaans hebben we geen aanwijsbare reden om hen aan te spreken. Nu wel!

Deze maand gaan we in gesprek met: Mohamed Rugamana (52)
U kunt hem kennen van: de Hema en Albert Heijn op de Kruisstraat waar hij buiten het Straatjournaal verkoopt.
Hij valt op door: zijn grijze dreadlocks, hulpvaardigheid en eeuwige glimlach.

 

Meneer Rugamana staat te wachten op de hoek van de Zijlstraat en de Nieuwe Groenmarkt. Hij herkent me als ik zwaaiend aan kom fietsen. We hebben afgesproken bij lunchroom Anne & Max, dichtbij Stem in de Stad, waar hij hierna zijn kranten zal ophalen. Het is druk, zoals altijd. We vinden een plekje achterin de zaak. Wanneer de cappuccino is besteld, geeft hij aan liever in het Engels te praten. Dit verbaast me, aangezien zijn Nederlands uitstekend is. Maar het is voor hem toch fijner. Met een spontane blos op de wangen stem ik in. Luisteren, tikken én vertalen. Ik ben niet de beste multitasker... 

Hoe bent u op die hoek van de Kruisstraat terechtgekomen?

“Ik sta er nu bijna vijf jaar. De eerste keer dat ik in Haarlem kwam, sliep ik buiten op straat. Daar kwam ik een man tegen, een Iraniër. Hij verwees me naar Stichting Release op de Gasthuisvest, waar onder andere de distributie van het Straatjournaal plaatsvindt. Ik had maar vijf euro op zak. Ze gaven me vijf kranten gratis en zeiden: ‘Gebruik die vijf euro die je hebt om een pasfoto te maken voor op je identificatiepas.’ Toen kon ik aan het werk.

Ik begon bij de V&D, stond er vier uur en verkocht geen enkele krant. Het was januari en behoorlijk koud. Toen ik doorliep naar de Hema had ik direct in het eerste uur mijn eerste klant. Daar waren mensen geïnteresseerd. Ze vroegen me wie ik was, wat ik er deed en wat mijn situatie was. Mensen maken een praatje, ook al kopen ze niks. Bij de V&D had iedereen altijd haast.”

Hoe komt u aan al die positieve energie?

“Ik denk dat het mij natuurlijk toekomt. Ik ben niet altijd positief geweest, mijn leven is moeilijk. Er zijn veel negatieve dingen gebeurd, daarom probeer ik om mijn leven op een positieve manier te leiden. Ik ben een moslim en dat betekent: leven in vrede. Toen ik nog kind was in Burundi, leerden mijn ouders mij om altijd positief te reageren, ook wanneer je boos bent of slecht behandeld wordt. Hun boodschap was: ‘Er zijn veel negatieve dingen in deze wereld, dus in welke situatie je ook verkeert, wees positief.’ Ik vind dat heel moeilijk, maar ik doe altijd mijn best.”

Maar hoe? “Gewoon door elke dag op te staan, een kopje koffie te drinken en de dag met een glimlach tegemoet te treden. Wat ik geef, krijg ik ook weer terug van mensen”

Mij lukt dat vaker niet dan wel. Lukt het u ook weleens niet?

“Zeker. Ik deal met angsten in mijn hoofd. In Burundi ben ik door soldaten gevangen genomen en gemarteld. Mijn broer zou met de rebellen hebben meegevochten en ze wilden van mij weten waar hij was. Ze namen me mee de jungle in en hebben onder andere mijn knie aan gort geslagen. In de nacht ben ik ontsnapt. Ik wist dat ze me zouden doden als ik er de volgende ochtend nog zou zijn. Ik had geen idee waar ik was of waar ik heenging, maar uiteindelijk kwam ik uit op een weg. Daar hebben mensen met een auto me opgepikt en meegenomen naar de stad. Bij de moskee hebben ze me geholpen om het land te ontvluchten.” Ik kijk Rugamana beduusd aan. “En uw ouders?” Hij schuift op zijn stoel. Zijn ogen lopen vol met tranen. “Die heb ik al acht jaar niet gezien. Ik weet niet eens of ze nog leven.”

Gevangen in de schemerzone
Omdat Mohamed Rugamana geen verblijfsvergunning heeft, leeft hij illegaal in Nederland. Volgens de wet mag Nederland hem echter niet naar Burundi deporteren aangezien dat zijn doodvonnis zou betekenen. In het geval van Rugamana heeft de gemeente Haarlem een gedoogafspraak met de vreemdelingenpolitie. Zo  heeft hij een kamer toegewezen gekregen op de Zoetestraat en mag hij geld verdienen als Straatjournaal verkoper. Maar die afspraak wordt niet altijd gehonoreerd. Eerder dit jaar werd Rugamana voor de vierde keer gevangen gezet, om na drie maanden weer vrijgelaten te worden. “De politie plukt me onaangekondigd weg bij de Hema en sluit me maandenlang op in een detentiecentrum. Het is traumatiserend.”

Wat doet zo’n leven met je?

“Ik slaap niet ’s nachts en heb last van nachtmerries.” Hij wrijft over zijn rechterbeen. “En ja, mijn knie doet altijd pijn. Pas toen ik in 2006 in Nederland aankwam, heb ik medische verzorging gekregen.” Rugamana stroopt zijn broek op en laat een litteken zien van zeker vijftien centimeter. Daar zit een nieuwe knie achter verscholen. “Gelukkig krijg ik medicatie om te slapen en heb ik gesprekken met een psycholoog en een psychiater bij de Equator Foundation in Diemen. Zij richten zich speciaal op getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Van hen heb ik een truc aangeleerd gekregen om te dealen met de nachtmerries: Als ik wakker schrik, moet ik mijn zintuigen gebruiken om terug te komen naar het hier en nu. Door te kijken, luisteren en ruiken weet ik weer dat ik hier ben. Dat ik veilig ben. Het lost niets op, maar maakt het wel beter.”

Hoe komt het, denkt u, dat u zo opvalt in Haarlem?

“Dat weet ik niet. Misschien omdat ik hard werk en er elke dag sta? Ik behandel mensen goed, ook als ze mij niet goed behandelen. Ik vertrouw hierbij op mijn eigen hart. Ik houd van de kinderen die langslopen en roepen: ‘Mo! High five!’ De laatste keer dat ik vastzat, heb ik honderden kaarten gekregen. Voornamelijk van kinderen die zeiden: ‘Mohamed come back! We miss you!’ Hij fronst zijn wenkbrauwen, sluit zijn ogen en zucht diep. “Ik kan geen toekomst zien voor mezelf, maar ik heb nog steeds de droom om een gezin te stichten en een normaal leven te leiden. Tien uur per dag buiten voor de Hema staan is niet meer goed voor me. Ik word ouder en heb maar één goed werkend been. Toch blijf ik dromen over positieve dingen. Dat is de reden waarom ik overleef.”

 Mohamed Rugamana verzocht mij met klem om zijn adres ‘Zoetestraat 15’ in het interview te vermelden. Toen ik hem vroeg waarom, reageerde hij verbaasd: “Omdat iedereen welkom is natuurlijk!”

 Komt u in uw stad of woonwijk ook een markante persoonlijkheid tegen? En stuurt u Johanna hier graag op af? Mail dan een beschrijving naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. o.v.v. “Markante Mensen”.